Beleid over en toezicht op PFAS

Vanwege de schadelijke eigenschappen van PFAS zijn er strenge regels en controle nodig. Op deze pagina vertellen we meer over het beleid over PFAS en toezicht op PFAS en wie hier verantwoordelijk voor zijn.

Waarom zijn PFAS-beleid en toezicht nodig?

PFAS zijn zeer zorgwekkende schadelijke stoffen die een risico vormen voor de gezondheid en het milieu. Deze stoffen verspreiden zich makkelijk, breken nauwelijks af en komen terecht in het milieu en in ons lichaam. Om de schadelijke gevolgen van PFAS te beperken en onze gezondheid te beschermen, zijn er strenge regels en controles nodig.

Overheidsorganisaties hebben de taak om te zorgen voor een gezonde en veilige leefomgeving. Deze organisaties doen dit door het maken van wetten en regels tegen het maken en gebruiken van PFAS, het strenger maken van vergunningen die worden gegeven en het toezicht daarop, het gebruik van PFAS te controleren, en het uitvoeren van onderzoek.

Wat wordt er gedaan om PFAS te verminderen?

Er zijn verschillende maatregelen genomen om PFAS te verminderen en de risico's voor de gezondheid van de bevolking en het milieu te beperken.

De belangrijkste maatregel waaraan gewerkt wordt, is een verbod op PFAS. Nederland werkt samen met andere Europese landen aan een Europees verbod van alle schadelijke PFAS. Met een verbod pakken we PFAS-vervuiling aan bij de bron, zodat het niet meer in het milieu komt. Het voorgestelde verbod geldt ook voor de import van producten met PFAS. Als het huidige voorstel voor het Europese PFAS-verbod wordt aangenomen, krijgen bedrijven 18 maanden de tijd om PFAS uit hun producten te halen. Voor specifieke producten waar het vervangen van PFAS moeilijk is, kunnen bedrijven om meer tijd vragen. Het besluitvormingsproces bij het Europees Agentschap voor Chemische Stoffen (ECHA) over dit voorstel loopt nog.

Tot het verbod op PFAS er is, zijn er een aantal maatregelen om PFAS te verminderen:

  • Minimalisatieplicht: Bedrijven moeten de uitstoot van PFAS naar lucht en water zoveel mogelijk verminderen.
  • Registratie en informatieplicht: Bedrijven die PFAS maken, importeren of gebruiken, moeten deze stoffen melden bij het Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA). De bedrijven moeten ook informatie geven over de risico’s en hoe ze veilig met deze stoffen omgaan.
  • Vermijdings- en reductieprogramma: Sommige bedrijven moeten een plan opstellen om het gebruik en de uitstoot van PFAS verder te verminderen. Dit geldt voor bedrijven die activiteiten uitvoeren waarbij PFAS vrijkomen in lucht of water.
  • Toezicht en controle door overheidsinstanties: Gemeenten en provincies houden toezicht op en controleren of bedrijven zich aan de regels houden en kunnen maatregelen nemen als dat niet het geval is.
  • Vergunningen: Bedrijven die PFAS uitstoten, hebben een omgevingsvergunning nodig en moeten zich houden aan strenge milieuregels. Je leest hieronder meer over hoe dit werkt.

Vergunningen met strengere regels voor bedrijven
Het strenger maken van vergunningen en controles is een van de belangrijkste manieren om PFAS tegen te gaan. Bedrijven die met Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS) werken, zoals PFAS, moeten voldoen aan strenge eisen en regels om een omgevingsvergunning te krijgen. In deze omgevingsvergunningen aan bedrijven, zoals bijvoorbeeld Chemours, staat onder andere hoeveel PFAS er mogen vrijkomen, welke maatregelen het bedrijf moet nemen om de hoeveelheid PFAS die vrijkomt te verminderen, en hoe de bedrijven zich aan deze regels moeten houden. Deze vergunningen zijn de afgelopen jaren steeds strenger gemaakt waardoor er steeds minder PFAS uitgestoten mogen worden.

Veel verschillende organisaties controleren of bedrijven zich aan de regels van hun vergunningen houden. Er zijn regelmatig metingen en controles op de hoeveelheid PFAS in het milieu, bijvoorbeeld in grond- en oppervlaktewateren, om er zeker van te zijn dat bedrijven zich aan de regels van de vergunningen houden. Als bedrijven zich niet aan de regels houden, kunnen zij straffen krijgen, zoals boetes of extra maatregelen.

Onderaan deze pagina lees je meer over wie waar verantwoordelijk voor is in het verlenen en controleren van vergunningen.

Rechtszaak tegen Chemours

De gemeenten Dordrecht, Papendrecht, Sliedrecht en Molenlanden zetten zich gezamenlijk in voor het aanpakken van PFAS-vervuiling in hun regio, voor strengere wet- en regelgeving en voor een versteld landelijk verbod op niet-essentiële PFAS, zoals verwoord in de VNG-motie van juni 2025. In 2018 hebben zij ook juridische stappen gezet tegen het bedrijf Chemours om hen verantwoordelijk te houden voor de gevolgen van PFAS-vervuiling in de regio.

De gemeenten Dordrecht, Papendrecht, Sliedrecht en Molenlanden hebben het bedrijf Chemours (eerst DuPont) aansprakelijk gesteld voor de schade en gevolgen van hun jarenlange uitstoot van PFOA en GenX. De rechter heeft op 27 september 2023 in een tussenvonnis geoordeeld dat Chemours/DuPont inderdaad hiervoor aansprakelijk is. De rechter oordeelde dat Chemours/DuPont niet volgens de wet heeft gehandeld door onvoldoende te informeren over de risico’s van de stoffen en onvoldoende maatregelen te nemen tegen de vervuiling. Chemours/DuPont is bovendien verantwoordelijk voor het opruimen van de verontreiniging. Dit is een belangrijke stap richting compensatie voor en het opruimen van verontreiniging door PFAS.

Chemours/DuPont heeft met de uitstoot van de stof PFOA  de grond en het water in de regio vervuild. De gemeenten stellen dat Chemours/DuPont van de risico’s van PFOA wisten, maar niet voldoende hebben gewaarschuwd. Ook vinden ze dat Chemours/DuPont onvoldoende informatie heeft gegeven bij het aanvragen van vergunningen en te weinig heeft gedaan om het vrijkomen van PFOA te voorkomen. De gevolgen van de PFOA-vervuiling kost de gemeenten veel geld. De gemeenten vinden dat de veroorzaker de kosten moet dragen, niet de gemeenschap. Daarom eisen de gemeenten dat Chemours de kosten voor het opruimen van de verontreiniging betaalt of compenseert waar opruimen niet mogelijk is. Deze rechtszaak is nog niet helemaal afgerond.

Compensatie voor PFAS-gedupeerden
Er is geen compensatieregeling voor PFAS-gedupeerden. Voor mogelijke schadevergoeding, kunnen inwoners naar de rechter stappen. Voor inwoners die een rechtszaak willen aanspannen, stellen de gemeenten hun dagvaardingen en andere juridische documenten beschikbaar.

Documenten uit de rechtszaak van de gemeenten:

Onderzoek naar het stilleggen van het bedrijf ChemoursIn opdracht van de provincie Zuid-Holland hebben Rijksuniversiteit Groningen en TU Delft onderzocht of de provincie op juridische gronden de vergunning van Chemours kan intrekken of het bedrijf (deels) kan stilleggen. Uit het resultaat van het onderzoek blijkt dat dit niet kan.

Wie is waar voor verantwoordelijk?

Het maken van regels over PFAS en het controleren van deze regels zijn taken die worden uitgevoerd door verschillende overheidsorganisaties die onderling samenwerken. Deze samenwerking zorgt ervoor dat het PFAS-beleid goed georganiseerd is en dat maatregelen genomen worden om PFAS te verminderen.

Hieronder zie je een overzicht van wie wat doet in de aanpak tegen PFAS:

Op lokaal en regionaal niveau
In de regio houden verschillende organisaties zich bezig met PFAS. Elke organisatie heeft een specifieke rol, klik op de naam van de organisatie om meer te weten te komen.

Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT)
De ILT controleert bedrijven die met Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS) werken, zoals Chemours. De ILT controleert of deze bedrijven zich aan wet- en regelgeving houden die gelden voor het gebruiken of produceren van gevaarlijke stoffen, zoals chemische stoffen (REACH), afval en broeikasgassen. De ILT kan ingrijpen als bedrijven zich niet aan de regels houden. Bij strafbare feiten gebeurt dat door de inlichtingen- en opsporingsdienst van de ILT. De ILT adviseert ook het bevoegde gezag, in dit geval de omgevingsdienst DCMR Milieudienst Rijnmond, bij vergunningsaanvragen. Dit geldt bijvoorbeeld voor de vergunningen die Chemours aanvraagt voor lozingen. Het bevoegde gezag, de DCMR, moet het advies van de ILT meenemen in de beslissing om een vergunning wel of niet te geven. ILT houdt ook toezicht op drinkwaterbedrijven, en laat onderzoeken hoe er meer inzicht verkregen kan worden over de uitstoot van PFAS door de industrie. Zie ook: Toezicht Chemours | Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) en PFAS | Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT)
+
Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
Dit ministerie organiseert de nationale aanpak van PFAS en werkt samen met andere landen aan regels om PFAS uitstoot, gebruik en productie te verminderen. Ze ondersteunen het voorstel voor een PFAS-verbod in Europa.
+
RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu)
Het RIVM doet onderzoek naar de gezondheidsrisico's van PFAS en zij geven inwoners in Nederland informatie over PFAS. Ook adviseren ze de overheid over grenzen voor PFAS in bijvoorbeeld water en voedsel. Ze werken samen met andere landen aan een Europees PFAS-verbod.
+
Rijkswaterstaat
Rijkswaterstaat is verantwoordelijk voor de nationale wateren zoals rivieren en zeemonding. Ze controleren wateren zoals bijvoorbeeld de Baanhoekhaven, Beneden Merwede en de 2e Merwede Haven op de hoeveelheid PFAS en onderzoeken of het verplaatsen van modder van de waterbodem PFAS verspreidt. Ook geeft Rijkswaterstaat vergunningen af aan Chemours voor het lozen van PFAS op de Beneden Merwede, en houdt hier toezicht op.
+

Op internationaal niveau
In Europa zijn er drie organisaties die zich bezighouden met PFAS. Afspraken en wetten uit Europa kunnen Nederland helpen om het gebruik van PFAS verder terug te dringen. Klik op de naam van de organisatie om meer te weten te komen.

ECHA (Europees Agentschap voor Chemische Stoffen
Een Europese organisatie die onze gezondheid en leefomgeving beschermt door regels te maken voor veilig gebruik van chemische stoffen. Bedrijven die PFAS maken, invoeren, gebruiken, of op de markt brengen moeten dat melden bij het ECHA. Dit agentschap werkt samen met verschillende Europese landen, zoals Nederland, aan een verbod op het gebruik van PFAS.
+
Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA)
EFSA onderzoekt hoeveel PFAS in voedsel zit en hoe schadelijk dat is. Ook beoordeelt EFSA of verpakkingen en bestrijdingsmiddelen met PFAS veilig zijn. Daarmee helpt EFSA landen zoals Nederland om regels te maken die inwoners beschermen.
+
EU-commissie Milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid (ENVI)
ENVI behandelt het Europese beleid rondom milieubescherming, volksgezondheid en voedselveiligheid, inclusief de regulering van PFAS. Zo pleiten zij ervoor dat een verbod op PFAS sneller komt, en dat er meer maatregelen komen tegen vervuiling van water met PFAS.
+
Meer informatie

Wil je meer weten over wat de overheid nog meer doet? Lees dan verder op de website van de rijksoverheid.

Nieuws

Nieuws rondom PFAS

Over PFAS

Provincie Zuid-Holland heft negatief zwemadvies Merwelanden per 1 mei op

Uit metingen blijkt dat de PFAS-waarden in zwemplas Merwelanden in Dordrecht ruim onder de RIVM-advieswaarde voor zwemwater liggen. Het Waterschap Hollandse Delta heeft geconcludeerd dat PFAS geen risico meer vormt voor verantwoord zwemmen in deze plas. Naar aanleiding hiervan heeft de provincie Zuid-Holland besloten om, met ingang van 1 mei 2025, het negatief zwemadvies op te heffen.

  • 23-04-2025
Provincie Zuid-Holland heft negatief zwemadvies Merwelanden per 1 mei op

  • 23-04-2025
Provincie Zuid-Holland heft negatief zwemadvies Merwelanden per 1 mei op

Uit metingen blijkt dat de PFAS-waarden in zwemplas Merwelanden in Dordrecht ruim onder de RIVM-advieswaarde voor zwemwater liggen. Het Waterschap Hollandse Delta heeft geconcludeerd dat PFAS geen risico meer vormt voor verantwoord zwemmen in deze plas. Naar aanleiding hiervan heeft de provincie Zuid-Holland besloten om, met ingang van 1 mei 2025, het negatief zwemadvies op te heffen.

Toelichting onderzoeken naar PFAS in en rond zwemplas Merwelanden

Dit bericht is een uiteenzetting van de achtergrond en aanleiding van de onderzoeken in en rondom zwemplas Merwelanden in Dordrecht. Ook worden de onderzoeken uit 2024 en 2025 uitgelegd en toegelicht. Onderaan het bericht worden de betrokken organisaties genoemd.

  • 23-04-2025
RIVM adviseert om in heel Nederland geen particuliere eieren meer te eten

In heel Nederland kunnen particuliere eieren veel PFAS bevatten. Dat blijkt uit nieuw onderzoek van het RIVM op 60 verschillende locaties. Het RIVM adviseert daarom om in heel Nederland geen particuliere eieren meer te eten. Particulieren eieren zijn eieren die komen van kippen die als hobby worden gehouden bijvoorbeeld in achtertuinen, moestuinen, dierenweitjes en zorg- en kinderboerderijen.

  • 15-04-2025
Chemours krijgt tot 4 juli 2025 om lozing TFPrA te verlagen

Chemours heeft, onder voorwaarden, tot 4 juli 2025 de tijd om de lozing van de PFAS-soort tetrafluorpropaanzuur (TFPrA) te verlagen. Dit meldt Provincie Zuid-Holland.

  • 27-03-2025